Een akker van Binderen in Gemert bij het Binderseind.

In de Gemertse schepenprotocollen komen een aantal vermeldingen voor van een huis met schuur en hof bij de Kieboom van Willem, de zoon van Jan van Loon, die men De Guliker noemt. Dit erf blijkt aan drie zijden begrensd te worden door een openbare weg (gemeyne straet). Een van die straten is de Oudestraat. Een andere wordt genoemd “die gemeynstraet daer men vaert ende gheet ter Auder straeten wart”. Een zijstraat van de Oudestraat dus. Aan de vierde zijde wordt het erf begrensd door de Nonnenakker. Zo staat het in een schepenakte van 10-2-1493.

In het zelfde schepenregister staat het erf nogmaals vermeld, maar dan wordt het vierde grensperceel genoemd: het “Convents erf van Binderen”. De Nonnenakker heeft die naam kennelijk gekregen, omdat hij eigendom was van het nonnenklooster Binderen in Helmond. Het erf van Willem de Guliker was aan drie zijden omgeven door een straat en lag in de buurt van de Kieboom. Het lag ook langs de Oudestraat en een zijstraat ervan. Als we precies willen weten waar dat is, dan moeten we zoeken in de buurt van het Binderseind en Keizersbosch.

Het Gemertse Landboek, waarin alle particuliere grondpercelen met hun eigenaars werden opgetekend, werd in 1716 aangelegd. Zoeken in het landboek naar bezit van het klooster Binderen levert inderdaad een perceel op in de buurt van het Stereind.

We lezen in het Landboek:

weder begonnen aen de Ster ende voorts door den Groenendael

  1. Hendrick Jonckers huijs en aengelagh 1 ‑ 6 ‑ 0

               modo Roelf Vermeulen voor 1 d.

               modo Lamberts Jonckers voor 2 d.

               modo Dirck Bloemers voor 2d.

               modo Jan de Cocq en Henricus van den Elsen

  1. De wed. Peter Aerts van der Aa huijs en aengelagh 0 ‑ 28 ‑ 0

               modo Jan van Schaick den Jongen

               modo Jan Peters van der Aa

1446 Paulus Goorts twe huijsen en aengelagh                                                                  0 ‑ 28 ‑ 0

               modo Jan Nol van der Sanden

               modo Huibert van Lierop

  1. Het klooster van Binderen landt daer neffens 4 ‑ 28 ‑ 0

               modo Matuys van Hoek

               Francis Tonis van de Laar

               modo Willem Arnolds van der Vondervoort voor de helft en Willemijn Christiaen Penninx voor de andere helft

  1. Den Eerw. Heer Wilhelmus Kox huys en aengelagh daer neffens 2 ‑ 33 – 0

               modo Matijs Peters van Hoeck

               Henrick W. Wassenberg

den 16 selven dito weder begonnen met Jan Hes

  1. De erfgenaemen van den Erw. Heer Henricus Kox 2 huijsen

                               en aengelagh                                                                                  4 ‑ 3 ‑ 0

               modo den Erw. Hendricus Kox

               modo Miechiel Donckers

               modo De Cappel van Handel

  1. Adriaen Hendrick Hermens t’eynde Koxen hof 2 ‑ 22 ‑ 0

               modo Jan Thonis Verbruggen

Een reconstructie van deze percelen uit het Landboek leert dat de vermelde percelen het gebied vormen, dat tegenwoordig wordt ingesloten door Oudestraat, Stereind, Dr Kuijpersstraat en Josephstraat. Belangrijk daarbij is landboeknummer 1449 dat in 1716 eigendom was van de erfgenamen van heer Henricus Kox en kwam later in handen van de Kapel van Handel. Op de kadasterkaart van 1832 staan in dat gebied een paar huizen met grond eromheen (sectie H nrs 316 t/m 320) die eigendom zijn van de Kapelaan van Handel.

Op bijgaand kaartje met als ondergrond de kadasterkaart van 1832 zijn de perceelsgrenzen van 1616 ingetekend. Het perceel op de hoek Dr Kuijpersstraat-Josephstraat is het eigendom van de Kapel van Handel.

Midden in het gebied, tegenover Keizersbosch, lag de akker van het nonnenklooster Binderen. Het is op het kaartje rood omrand. De landboekpercelen 1444, 1445, 1446 en 1448 vormen samen het huis en erf uit 1493 van Willem, de zoon van Jan van Loon, die men De Guliker noemt.

Hoe Willem van Loon aan het goed gekomen is moet nog verder worden onderzocht. Wel lezen we in de Bossche Protocollen (BP R1222 f95v; 1451-1452):

Goyart van Erp zoon van wijlen Goyart van Erp heeft erfelijk verkocht (…) lopense land of daaromtrent gelegen in de parochie Gemert tussen de gemene straat aan de ene kant en het ene eind en tussen het erf van Arnt, natuurlijke zoon van wijlen Goyart van Gemert aan de andere kant en aan het resterende eind zoals hij zei met al haar gemeynten en vrijheden waar dan ook gelegen, voorheen eigendom van Gooswijn Cnode zoals hij zei, aan Jan de Guliker, natuurlijke zoon van wijlen Jan van Loon, belovend op al zijn goed vrijwaring en verplichting af te doen. Getuigen Monic en Groetart, datum als boven

Het is niet duidelijk of de verkoop waarvan hier sprake is, om hetzelfde perceel gaat. De begrenzing wijkt af, immers het grenst slechts aan twee kanten aan een straat. Wat wel opvalt is dat zowel Goyart Goyartszoon van Erp als zijn voorganger Gooswijn Cnode eigenaars waren van het goed Te Kieboom. Het is duidelijk dat in 1451/1452 Jan de Guliker, natuurlijke zoon van Jan van Loon, (en vader van de latere eigenaar Willem Janszoon van Loon) een deel van het goed Te Kieboom heeft gekocht.

Dat wordt nog bevestigd in een Helmondse schepenakte van 31-3-1483 met daarin de erfdeling tussen de kinderen van het echtpaar Jan van Loon de Guliker en Hilla, dochter van Willem Zaelden, te weten Jan, Willem en Yda, gehuwd met Jan Maes Tempelers. Bij die erfdeling wordt maar één huis genoemd: huys hostat ende hoff ter stede geheiten Kieboem in Gemert met aan een zijde Jan Gebackemans en verder alomme aen die straet. Dit huis wordt in 1483 wel aan drie zijden begrensd door een straat en verder door Jan Gebackemans. Het lijkt er dus op dat dit huis inderdaad aan de zuidkant van het Stereind stond, voorheen behoorde tot het goed Te Kieboom, verkocht werd aan Jan van Loon de Guliker en later eigendom was van diens zoon Willem van Loon.

Die vermelding geeft ook aan dat de akker zuidelijker ervan in 1483 eigendom zou zijn van Jan Gebackemans en dus niet van het klooster Binderen in Helmond. Echter op 7 juli 1467 lezen we in de de Bossche Protocollen ( R1236 f 109): Rutger van Arkel een erfpacht van 8(?) malder rogge maat van Gemert van en uit een perceel bij de Kyeboem genaamd der Nonnenacker naast de gemene weg, … In 1467 moet de Nonnenakker dus al van Binderen geweest zijn. Waarschijnlijk was in 1483 Jan Gebackemans de pachter van de akker.