een historisch, landschappelijk monument.
In een notitie van het Groen Ontwikkelingsfonds Brabant onder de titel “Perceelsinformatie “nog in te richten natuur” openbare verkoop januari 2021” wordt onder meer als nr 4 genoemd: Cluster 4,;Bergeijk; BEK00B4400; 6,9984 are; extra eis is waterretentie; N12.02 dennen- eiken- beukenbos.
Op basis van de kaartjes in de notitie is duidelijk dat het hier gaat om een weijer. Een middeleeuwse viskwekerij, die er op het eerste oog nog behoorlijk ongeschonden is overgebleven.
Op basis van historische topografische kaarten (topotijdreis.nl) en de hoogtekaart (ahn.nl) blijkt al snel dat het inderdaad een bijzonder landschappelijk monument is.
Op de topografische kaart van ca 1902 zijn aangegeven in het ‘dal’ van de Beekloop twee weijers. De zuidelijke is de Pastoorsweijer en de noordelijke is de Brouwersweijer. Op de kaart is al te zien dat de kaden en dijken van beide weijers op dat moment nog aanwezig zijn. Zoals gebruikelijk bij de oude weijers liggen ze in de bovenloop van beken en dat is hier ook het geval. Daarnaast is duidelijk dat bij beide weijers de waterloop al in vroeger tijden om de beide weijers heen is omgelegd. De beken in 1902, maar ook nog de huidige beeklopen zijn om de oude weijer heen gegraven door hoger liggend terrein. Op de hoogtekaart is dat duidelijk te zien. De beken zijn dus doelbewust omgeleid.
Op de hoogtekaart van de Brouwersweijer is duidelijk te zien dat de beekloop oostelijk van de oude weijer door hoger gelegen terrein is gegraven en dat de weijer zelf aan de zuidzijde, de oostzijde en de noordzijde voorzien is van dammen of dijken om het water in de weijer te kunnen reguleren.
Op de kaart van 1902 is ook goed te zien dat de westzijde van de weijer van nature hoger is, maar dat die hoogte doelbewust voorzien is van een rechte kade. Die is nu nog deels aanwezig.
Op Google is te zien dat de oude Brouwersweijer geen open water meer is. Dat geldt overigens voor nagenoeg alle Brabantse weijers. Ze zijn in de loop van de tijd ontgonnen tot weiland.
De zuidelijke Pastoorsweijer is nog wel open water, maar die is in de 19de of 20ste eeuw in meerdere delen gescheiden door dammen. De vormgeving van de Brouwersweijer is in de loop der eeuwen nauwelijks gewijzigd. We hebben hier te maken met een landschappelijk monument met hoge waarde. Op erfgoedkaarten worden oude weijers helaas zelden opgenomen. Dat heeft te maken met de onbekendheid met het fenomeen.
De weijer is nu nog geheel onbegroeid en open. Dat kenmerkt de weijer, nog los van de dammen, dijken en kades en de omgeleide waterloop. Het zou bijzonder jammer zijn als de weijer werd aangeplant met bomen of struiken, Een veel betere bestemming zou zijn om hier waterberging te realiseren zonder dat de morfologie wordt aangetast. Herstellen van de oude dammen en andere waterwerken is aan te bevelen. Water vasthouden is een belangrijke opgave die hier historisch verantwoord kan worden gerealiseerd. Niet aanplanten en water bergen!
Vloeiweiden
In de omgeving van de weijers die hierboven zijn beschreven liggen ook nog andere landschappelijke monumenten in de vorm van (voormalige) vloeiweiden. Dat zijn percelen die opzettelijk zijn ingericht, voornamelijk pas in de 19de eeuw, om de percelen jaarlijks te laten overstromen. Dat had meerdere doelen, maar het belangrijkste was om jaarlijks een nieuw en dun laagje vruchtbare slib op te vangen. Het water zorgde ook voor minder vorstschade aan het gras, zodat in het voorjaar al veel sneller een eerste snede kon worden gemaaid. De 19de eeuwse vloeiweiden hebben een andere functie en zien er ook anders uit dan de middeleeuwse visweijers. Op de topografische kaart van 1902 is dat duidelijk te zien. Ten zuiden van de Brouwersweijer en de Pastoorsweijer liggen “nieuwe” vloeiweiden met parallelle sloten voor de bevloeiing.