De locatie van de houten brug van 1818 in Someren
In diverse publicaties over Someren treffen we een tekening aan van een houten bruggetje met houten reling. Vaak wordt daarbij vermeld dat het een bruggetje over de Aa is en dat het in Lierop zou zijn. Geen van de twee blijkt te kloppen. De tekening komt uit een rapport met hoogtemetingen, die uitgevoerd werden ten behoeve van de aanleg van de Zuid-Willemsvaart. Het Franstalige rapport werd opgemaakt door, wat toen heette, Waterstaat door de ingenieur Ketelbuter en gedagtekend Luik, 24 november 1818. De tekeningen die in het rapport werden opgenomen dienden om duidelijk aan te geven waar men de peiltekens kon aantreffen die de plaatselijke hoogten aangaven. Bij de tekening van de brug werd de volgende tekst geschreven: “Un gros clou fictsé dans la semelle de droite (tête d’aval) d’un pont; situé sur la route de Someren à Nederweert, entre les maisons des Jes Vanrutte et Pierre Smits, est élevé de 26 2G48 au dessus del etiage d’Amsterdam”. Vertaling: “een groot merkteken gemaakt in de rechterzool (hoofd stroomafwaarts) van een brug; gelegen in de route van Someren naar Nederweert, tussen de huizen van Jan van Rutte en Peter Smits, zit op een hoogte van 26 2G48 boven het peil van Amsterdam”.
Er wordt dus aangegeven dat de brug ligt in de route van Someren naar Nederweert tussen de huizen van Johannes van Rutte en Pierre Smits. Op de kadastrale kaart van Someren van 1832 wordt in sectie D van De Peel op kaartblad 1 een weg aangegeven met “Weg van Someren naar Nederweert”. Het is de huidige Boerenkamplaan-Sluisstraat. Als we vervolgens zoeken naar een waterloop die deze weg kruist, dan leidt dat tot een situatie in Someren-Eind bij Sluis 12.
Daarop staat een klein stukje van een waterloop die de weg naar Nederweert kruist. De waterloop mondt uit in een zuid-noord stromende watergang. Dat is een afwateringssloot aan de westkant langs de Zuid-Willemsvaart. Die sloot is gegraven tegelijkertijd met het kanaal en bestond in 1818 dus nog niet. Ten zuidoosten van het kruisende stukje waterloop langs de huidige Sluisstraat ligt een huis met kadastraal nummer D96 en volgens de OAT (Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel) is dat eigendom van Jan Peter Smits. Kennelijk is hij zijn vader Peter als eigenaar opgevolgd in de periode 1818-1832.
Ten noorden van de waterloop vinden we een huis op kadastraal perceel nummer D91. Toen de oorspronkelijke kadastrale tekening gemaakt werd stond er kennelijk nog geen huis op D91. In 1832 werd de definitieve kaart getekend en toen bleek dat er inmiddels een huis was gebouwd. Daarvoor was een extra kadastraal nummer nodig en dat werd D91a. Het is duidelijk een later toegevoegd nummer. Bij de tekening van het bruggetje werd het ook niet vermeld. In 1818 stond dat huis er dus nog niet.
Een stukje noordelijker vinden we een huis op nummer D104. In 1832 was dat volgens de OAT eigendom van Hendrik Jan van Ruth. Ook die is kennelijk zijn vader Jan van Ruth als eigenaar opgevolgd tussen 1818 en 1832. Combinatie van deze gegevens leidt tot de conclusie dat we hier inderdaad te maken hebben met de situatie die bij de tekening werd geschreven. Een bruggetje in de weg van Someren naar Nederweert tussen de huizen van Jan van Ruth en Peter Smits. Het bruggetje ligt niet over de Aa, maar over een waterloop vlak bij de plaats waar het kanaal gegraven zou worden.
Leggen we de kaart van 1832 op de huidige situatie, dan blijkt dat de doorgaande weg tegenwoordig de Sluisstraat heet in Someren-Eind. Het gaat om het zuidelijk deel van de Sluisstraat bij het kanaal en sluis 12. De waterloop is de voorloper van de tegenwoordige Kievitsloop. De waterloop komt in 1832 uit in een bermsloot van het kanaal. Tegenwoordig is er iets noordelijker een duiker onder het kanaal voor de huidige Kievitsloop.
De tekening is dus van een bruggetje over de Kievitsloop in Someren-Eind bij sluis 12.
Jan Timmers, Gemert, december 2016