Een watermolen op de Molenhof in Bakel en Deurne
Een aanzet voor de mogelijke ligging van de watermolen op de Molenhof
Dat er een watermolen op de Molenhof aanwezig was is tot nu toe niet in bronnen teruggevonden. Echter de toponiemen Molenhof en de Vloed wijzen ongetwijfeld op een watermolen. De bebouwing op de Molenhof ligt opvallend genoeg pal naast de Kaweise loop ter hoogte van de huidige beekovergang. Een gewone nederzetting zo dicht tegen de beek, in het beekdal zelf, is ongebruikelijk. Bovendien wijst de naam op een molen. Daarnaast zien we ten oosten van de Molenhof zuidelijk van de Kaweise Loop het toponiem De Vloed. De naam ‘vloed’ komen we doorgaans overal bij watermolens tegen als naam van de plaats waar het water voor de molen wordt opgestuwd.
Over de exacte ligging van de watermolen op de Molenhof is niets met zekerheid bekend. Er zijn echter wel aanwijzingen voor bepaalde locaties.
De eerste aanwijzing betreft de getuigenis van de aanwezigheid van zware palen. Ze kwamen tijdens graafwerkzaamheden bij de ruilverkaveling aan het licht. Een buurtbewoonster wees de plek aan waar die palen gezeten hadden.
Ter plaatse blijkt een relatief lage en natte plek aanwezig te zijn. Mogelijk een restant van een waterdepot of van een molenkolk (molenwiel). Op onderstaande kaart is de plek aangegeven met een paarse cirkel.
De interpretatie van de palen is lastig. Gaat het om de fundering van de watermolen of van een stuw of eventueel een brug?
Een andere aanwijzing is te vinden door verschillende oude kaarten met elkaar te vergelijken. Op de oudste topografische kaart van ca 1830 blijkt een weg cq pad aanwezig te zijn tussen het gehucht Hilakker in Bakel tot aan de toenmalige loop van de Kaweische Loop. Begin en eindpunt zijn op de kaart van ca 1830 met een rode stip aangegeven.
Op de kadasterkaart van Bakel van 1830 is deze weg met een rode lijn ingetekend. Opmerking: de toenmalige gemeentegrens en dus ook de kadastrale grens ligt niet op de huidige gemeentegrens. De Kaweise Loop stroomt nu noordelijker dan toen. De huidige loop (circa) is met een blauwe lijn aangegeven.
Op de kadasterkaart van de zuidkant van de Kaweise Loop (gemeente Deurne) (met daarin het toponiem De Vloed) is met een rode cirkel de plaats aangegeven waar de voormalige weg ongeveer uitkwam. Het is heel goed mogelijk dat dit pad cq weg een restant is van een pad naar de watermolen en dat de plek waar dit pad de Kaweise Loop overstak, precies de locatie is van de voormalige watermolen. In de middeleeuwse situatie zal dit pad ongetwijfeld hebben doorgelopen naar de bebouwing op de Molenhof. Via dit pad was de watermolen vanaf de doorgaande weg Deurne-Bakel (die via de Molenhof liep) bereikbaar. In 1830 was dat restant van de pad echter verdwenen.
Op de topografische situatie van ca 1900 is het eerder genoemde pad ook met een rode lijn aangegeven. Het pad loopt door tot de waterloop, tevens de toenmalige gemeentegrens. Op de plek waar het pad doodloopt op de waterloop is een rode cirkel getekend.
Vergelijken we de situatie met de moderne topografische situatie (eerste afbeelding), dan komen we op een iets andere plaats uit dan waar de getuigenis van de zware palen betrekking op heeft. Op de moderne kaart is de plaats met een rode cirkel gemarkeerd. De twee situaties liggen ruim 100 m van elkaar verwijderd.
Op de hoogtekaart van de omgeving van Molenhof zijn de twee locaties die hiervoor beschreven werden met een rode stip aangegeven. In blauw is de voormalige Kaweise Loop aangegeven.
De hoogtekaart laat een laag gelegen gebied zien pal te oosten van de beekovergang bij Molenhof. Dat gegeven pleit voor een ligging van de eventuele watermolen direct bij die beekovergang. Dat zou een mogelijke derde locatie zijn.
Archeologisch onderzoek naar de exacte locatie
De exacte locatie van de watermolen kan alleen worden vastgelegd middels archeologisch onderzoek. Een proefsleuf kan in zo’n geval een geschikt middel zijn. We hebben echter te maken met twee of drie kandidaat locaties. Het meest voor de hand liggend lijkt dan om meer sleuven te maken. Als vooraf de kaartbeelden van toen en nu exact op elkaar gelegd kunnen worden is het wellicht mogelijk om te volstaan met relatief korte proefsleuven. Maar proefsleuven zijn in zo’n geval toch niet zonder risico. Een beter alternatief is een archeologische begeleiding van de graafwerkzaamheden.
Het archeologisch vooronderzoek bij de Kaweise Loop tot nu toe.
In verband met de herinrichting van de Kaweise Loop zijn er twee archeologische onderzoekjes uitgevoerd. Het eerste betreft een bureauonderzoek door Geological dat ver onder de maat bleef en waarop dus ook geen verdere onderzoeken gebaseerd kunnen worden.
Het tweede onderzoek is uitgevoerd door BAAC, maar die zijn wel uitgegaan van het bureauonderzoek dat er lag en hebben zich volledig gericht op het vaststellen van eventuele verstoringen in de bodem. De opdracht die BAAC kreeg is in dat opzicht niet de meest geschikte opdracht. Vooral de mogelijke ligging van een watermolen op Molenhof is in het geheel niet meegenomen. Bij het uitgevoerde booronderzoek is vastgesteld dat de bodem bij Molenhof verstoord was, maar bij de interpretatie van de verstoringen is niet gelet op een watermolen als oorzaak ervan.
In veel boringen kan worden vastgesteld dat er sprake is van beddingafzettingen en verspoelingen. Dat is precies wat je bij watermolenwerken ook verwacht. Door BAAC is het alleen geïnterpreteerd als een bodemverstoring.
De mogelijkheid van een watermolen zou verder onderzocht moeten worden. Het waterschap heeft de bereidheid om op Molenhof extra archeologische inspanningen te doen. Het lijkt het beste om een deskundige partij een programma van eisen te laten opstellen waarin ook de watermolen wordt betrokken. Een kritische blik op de voorstellen van BAAC voor de andere locaties langs de Kaweise Loop kan hierin worden meegenomen.
Helaas heeft er bij de graafwerkzaamheden bij de Kaweische Loop op de Molenhof geen archeologische begeleiding plaatsgehad en is verder archeologisch onderzoek ook achterwege gebleven.
Jan Timmers, 2009.