De Landweer tussen Lierop en Mierlo

Een landweer op de grens van Lierop en Mierlo

Op de grens van Lierop en Mierlo ten noorden van de A67 ter hoogte van het Voortje ligt een forse wal. Zowel aan de zijde van Mierlo als aan de zijde van Lierop wordt de wal begeleid door een greppel of sloot. Aan de zijde van Mierlo is een watervoerende sloot aanwezig. Aan de zijde van Lierop zijn restanten van een greppel aanwezig. De wal is begroeid met loofhout, vooral eiken, terwijl het aangrenzende bosperceel aan de Lieropse zijde een dennenbos is.

Het aanwezige wallichaam, de sloot aan de Mierlose zijde en de greppel aan de Lieropse zijde hebben de kenmerken van een landweer: een begroeide wal met aan weerszijden een greppel, aan de ene kant wat minder breed en diep dan aan de andere kant.

Schematische opbouw van een landweer bestaande uit een (begroeide) wal met aan weerszijden een greppel, aan de ene kant dieper dan aan de andere kant. De rode lijn geeft het latere oppervlak aan als de landweer door erosie is afgevlakt.

Wal en greppels liggen precies op de gemeentegrens. Een grens die al eeuwenlang op dezelfde plaats ligt.

Begroeide hakhoutwallen komen op meerdere plaatsen voor en zijn niet vanzelfsprekend altijd landweren. Veel hakhoutwallen zijn in het verleden ontstaan als begrenzing en beschermend element van oude akkers of kampen. In het geval van de wal op de grens van Lierop en Mierlo is dat echter niet het geval. Op de topografische kaart van ca 1900 is zichtbaar dat beide zijden van de grens toen nog heidegronden waren. Dat betekent dat de onderhavige houtwal geen begrenzing van een kamp of akker geweest is.

Dit gegeven samen met het feit dat de wal exact op de grens ligt en het uiterlijk heeft van een landweer lijdt tot de conclusie dat we hier met een stuk van een landweer te maken hebben.

De topografische situatie van ca 1900 met in kleur daarbovenop de moderne infrastructuur. De grens is aangegeven met een stippellijn. De landweer ligt op de grens ten noorden van de autoweg.

De landweer heeft waarschijnlijk een verdedigende functie gehad, gezien de ligging ter hoogte van Het Voortje. Daar loopt een doorgaande prehistorische route (het verlengde van de Aardborstweg) van Geldrop naar Lierop, die juist ten noorden van de huidige autoweg de gemeentegrens kruist. De landweer begint in het destijds ondoordringbare moerasgebied Het Sang en eindigt op de Strabrechtseheide. De landweer lijkt te zijn aangelegd om ervoor te zorgen dat passanten niet van deze weg konden afwijken. Ter hoogte van de grens was de weg daardoor makkelijker controleerbaar en verdedigbaar. De landweer heeft beslist ook een functie gehad als veekering. Op die manier kon het vee van de ene gemeente niet op de grond van de andere gemeente komen. Gebeurde dat toch, dan kon dat vee in beslag genomen worden (geschut). Tegen betaling van een boete kon de eigenaar zijn vee bij de buurgemeente weer ophalen.

Gezien de ligging van de diepe sloot aan de Mierlose kant en de greppel aan de Lieropse zijde is het waarschijnlijk dat de landweer door Lierop is aangelegd en in feite dus ook hun eigendom is. De ligging van de grens lijkt daar ook op te wijzen.

De landweer tussen Lierop en Mierlo. De greppel aan de Lieropse zijde (links) is slechts op een paar plaatsen duidelijk zichtbaar. Het hoogteverschil met de Mierlose zijde (rechts op de foto) is aanzienlijk.

Er zijn sterke aanwijzingen dat landweren (maar ook akkerwallen) oorspronkelijk bepland waren met vlechtheggen van voornamelijk meidoorn. Later zijn de heggen vervangen door eiken hakhout.

In welke periode de landweer is aangelegd is niet bekend. Archiefonderzoek heeft niet plaatsgevonden. Van andere landweren is bekend dat ze zijn aangelegd aan het eind van de middeleeuwen, met name in de periode van de Gelderse oorlogen. Een datering in de 14de of 15de eeuw is voor deze landweer waarschijnlijk.

Gemert, 4 oktober 2011
Jan Timmers

P.S.
Met dank aan Hans Berkers en Henk Simons van de heemkundekring Myerle, die wezen op het bestaan van de wal.