Er zijn een aantal bouwcontracten bekend waarin een opdrachtgever een aannemer inhuurt voor het bouwen van zijn boerderij. Steevast is er sprake van een timmerman in plaats van een aannemer en van timmeren in plaats van bouwen. Dat ligt voor de hand omdat het steeds handelt over houten gebouwen. In de bekende bouwcontracten uit de 15de tot 17de eeuw is nergens sprake van het gebruik van baksteen. Het feit dat een timmerman wordt ingehuurd geeft aan dat het om specialistisch werk ging, waarvoor speciaal gereedschap nodig is. In alle gevallen staat in de overeenkomst dat de opdrachtgever zelf voor het hout moet zorgen. De timmerman is dus geen handelaar in bouwmaterialen. In een Gemerts bouwcontract van 1494 wordt zelfs aangegeven dat de opdrachtgever zelf moest zorgen voor een deel van het zaagwerk: “…. ende Jan (de opdrachtgever) sal dat tymmerhout moten doen sagen te langhs ende Heymken (de timmerman) salt te wers sagen”. Zagen in de lengterichting (te langs) gebeurt dus door de opdrachtgever. De timmerman zaagt het op de juiste lengte in de dwarsrichting (te wers).
Het verwerken van boomstammen tot gebinten van een boerderij is veel werk. Onder de titel ‘Van boomstam tot gebint’ is over dit proces meer te vinden.
Het monteren van de gebinten is zwaar werk, dat de timmerman niet in zijn eentje kan doen. In een Gemerts contract van 1446 is opgenomen dat de opdrachtgever zal helpen bij het monteren van de gebinten: “En Hendrik zal zorgen voor hulp bij het samenvoegen van twee stijlen, een balk en de schoren tot één gebint. Wanneer Maas het gebint zal timmeren en het huis zal bouwen dan zal Hendrik hem de kost geven zonder uurloon.” De laatste afspraak bevat een deel van de prijsafspraken: als de timmerman op het erf van de opdrachtgever aan het werk is, dan krijgt hij de kost (eten en drinken), maar geen uurloon.
Als de gebinten gemonteerd zijn, dan kunnen ze worden “gericht”. Ze worden rechtop getrokken, waarbij de opdrachtgever zijn familie en buurtgenoten inschakelt om te helpen.
In een bouwopdracht te Oirschot van 1630 is deze voorwaarde opgenomen. Van deze werkwijze is ook sprake bij een tragisch ongeval te Oss in 1432. De verklaring die in verband met dit ongeluk wordt opgesteld leert ons dat in 1432 de afzonderlijke gebinten van een huis eerst op de grond in elkaar worden gezet, waarna het complete gebint overeind wordt getrokken met touwen.
Een tragisch ongeval in Oss anno 1432. Scouthet Henric van Lyeshout soude sijn huys doen richten tOsse daer hem sijn ghebueren toe helpen souden ende in den richten soe brac een zeel daer een ghebont van den huysse aenhinck daer men ’t mede soude richten, ende dat ghebont vyele ende daer stont Aelbert Boelens onder, die daer onghebeden comen was, ende hij en conde te tijde nyet ontrumen ende waert bevallen metten ghebont daer hij nae starf.Bron:www.ossensia.nl/kronyk/kronyk.htmlIn modern Nederlands: Schout Hendrik van Lieshout wilde zijn huis rechtop laten zetten in Oss en zijn buren wilden hem helpen. En bij het rechtop trekken brak een touw, waaraan een gebint van het huis hing en waarmee men het wilde oprichten. En het gebint viel en Albert Boelens stond er onder, die daar ongevraagd gekomen was. En hij kon niet op tijd wegkomen en het gebint is op hem gevallen, waarna hij stierf. |
In de bouwcontracten wordt verder gemeld dat de timmerman ook verantwoordelijk is voor het maken van deuren, kozijnen en ramen en al het overige timmerwerk, zoals het stijl- en regelwerk in de wanden. Van het maken van de vlechtwerkwanden of het dekken van het dak met stro is in de overeenkomsten geen sprake. Dat is kennelijk niet het werk van een timmerman. Het is niet bekend of voor dat werk andere specialisten worden ingeschakeld of dat wellicht de opdrachtgever dat werk zelf uitvoert. In de al genoemde Gemertse overeenkomst van 1446 wordt nog vermeld dat de opdrachtgever zelf verantwoordelijk is voor het verven van het huis.
Overeenkomst voor de bouw van een huis in Naastenbest anno 1630. Bron: Rechterlijk archief Oirschot nr 155 folio 484 e.v. Uittreksel van J. Toirkens (JT), Regesten vrijwillige rechtspraak Oirschot 1463-1640; aangetroffen op www.geneaknowhow.net. Op de plaats van de stippels (…….) is een deel van de tekst weggelaten. Onder de navolgende voorwaardes heeft Jan Peters van de Schoot, timmerman van beroep zijnde, aangenomen om voor Franck Pauwels van den Acker een nieuw huis te bouwen en wel op het einde van het erf van de schuur van deze Franck gelegen in herdgang Naastenbest en wel als volgt. Het huis moet bestaan uit 4 gebinten, de balken en tussenstijlen moeten 14 voet hoog zijn en de borstwering boven de balken dient 5 voet hoog te zijn. De timmerman moet de worm 60 voet lang maken en de gebinten daarin verdelen zoals hem dat zal worden aangegeven door Franck. De balken rondom moeten met banden worden vastgemaakt en de timmerman dient de oversteek van het dak aan de voor- en aan de achterkant zo lang te maken als Franck wenst. Verder moet hij het huis rondom deugdelijk met wandstijlen voorzien en ook verder rondom dichtmaken met richels, stoppen etc. en het huis in de lengte, breedte en hoogte overal van een kap voorzien. (…….) Verder zal Dirk tussen de eerste twee gebinten vier lijsten moeten maken die in de hoogte steken als de ribben en de zoldering gelegd zullen zijn. Verder moet Dirk in het huis drie buitendeurkozijnen maken met twee raampjes boven elke deur om daarin glas te kunnen zetten en moet ook een deurkozijn maken in de scheidingswand zonder ramen voor glas. In elk kozijn een nieuwe deur te moeten maken die goed past. Verder heeft Dirk beloofd in het huis twee kruisramen te maken en in deze ramen vier vensters en in elk raam twee vensters in de sponningen die goed passen. Verder heeft Dirk beloofd in het huis dan wel in het achterhuis twee deuren te maken die tegen elkaar opengaan (dubbele deur naast elkaar dus, JT ) van de zelfde hoogte als de schuurdeuren en nog twee gelijke opengaande deuren van 8 voet hoog. Verder is afspraak dat Dirk het huis geheel op zijn kosten zal moeten opbouwen behalve dat Franck genoemde Dirk met zijn familie mee zal moeten helpen, maar alleen bij het oprichten. Verder belooft Dirk dat hij het huis voor het einde van maart 1631 gereed zal hebben en daarbij is geen verder uitstel mogelijk. Verder zal Franck aan Dirk alle materialen leveren die voor de bouw van het huis nodig zijn en ook de plek leveren waar het huis komt te staan. De aanneemsom voor het bouwen is 70 gulden en die moet volledig zijn betaald als het huis klaar is. Datum 14 december 1630, getuigen Loon en Ekerschot. Toelichting:
|
Over het maken van vitselstekwanden bestaande uit vlechtwerk en besmeerd met leem is iets te lezen in de het stuk Reanimatie van erfgoed: Van Vlierden naar Esch.